Heilige van de dag: Zalige Clemens von Galen

22 maart 2024

Een moedig man. Hij werd bisschop van Münster in 1933, vlak voor de benoeming van Adolf Hitler tot rijkskanselier. Door zijn verzet tegen de nazi’s wordt hij ook wel De Leeuw van Münster genoemd. Onverschrokken nam hij vanaf 1933 in zijn preken en toespraken stelling tegen het Nationaal-Socialisme, en riskeerde daarmee gevangenschap, deportatie en zelfs de doodstraf. Maar de Duitse overheid durfde hem niet aan te pakken, omdat zij daarmee te veel katholieke gelovigen tegen zich zouden innemen. Daarom verschoven zij zijn veroordeling en terechtstelling tot na de eindoverwinning, zoals ze zeiden.

Von Galen was afkomstig uit de plaatsje Dinklage, waar hij op 16 maart 1878 was geboren. Hij was leerling van het jezuïeteninternaat te Feldburg. Na zijn eindexamen begon hij aan de studie filosofie. Maar na een Romereis en een retraite in Maria Laach besloot hij priester te worden. Hij studeerde theologie in Innsbruck en Münster en ontving de priesterwijding in 1904. Hij deed vervolgens twee jaar dienst als persoonlijk secretaris van de bisschop van Münster, zijn oom Maximilian Gereon von Galen. Daarna werd hij naar Berlijn gestuurd, naar de Sankt-Matthiasparochie. Hier leerde hij van dichtbij de nood kennen van armoede, werkeloosheid en nazistische radicalisering.
In 1929 kwam hij terug naar Münster om daar pastoor te worden van de Sankt Lambertikerk. In 1933 benoemde paus Pius XI hem tot bisschop. Reeds in 1934 keerde hij zich tegen de politieke stellingnames van het Nationaal-Socialisme, dat toen juist aan de macht was gekomen. Volkomen in overeenstemming met zijn opvatting van het bisschopsambt: bidder en  zielzorger te zijn, stem te geven aan de onderdrukten, het kwaad te bestrijden, de Blijde Boodschap van verlossing te verkondigen. Aan die taak wijdde hij zich met hart en ziel, gesterkt door zijn eigen bisschoppelijke wapenspreuk: dat hij dit alles deed uit liefde voor de Heer, en ‘niet uit eerbejag of vrees’ (‘nec laudibus nec timore’).

Zo kwam hij tot verbazing van velen ongedeerd de oorlog door. Toen hij op zijn 68e verjaardag, 16 maart 1946, uit Rome terugkeerde van zijn benoeming tot kardinaal sprak hij, staande voor de puinhopen van zijn kathedraal te Münster, tot een duizendkoppige menigte: ‘Niet alleen was het mijn recht om vrijuit te spreken: het was ook mijn plicht. En gesproken héb ik: voor u, voor ontelbaren die hier vandaag verzameld zijn, en voor ontelbaren in ons Duitse vaderland. En God heeft er zijn zegen op doen rusten. En u, lieve en trouwe gelovigen van mijn bisdom, u hebt er voor gezorgd dat mij mijn noodlot bespaard is gebleven, en daarmee ook de mooiste beloning: namelijk de kroon van het martelaarschap. Uw aanhankelijkheid heeft dat verhinderd. U stond achter mij. En dat wisten de machthebbers destijds ook. Zij wisten: als zij de bisschop zouden slaan, zou het gehele volk zich geslagen gevoeld hebben. Dat was mijn bescherming. Dat is het ook wat mij in die jaren sterk gemaakt heeft en vertrouwen heeft gegeven.’

Amper een week later stierf Von Galen aan een verwaarloosde blinde-darmontsteking.

In 2005 werd hij zalig verklaard.

Andere berichten

Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen?

Later dit jaar zullen we weer een nieuwsbrief opstarten om u op de hoogte te houden van alle activiteiten en ontwikkelingen binnen onze parochie. U kunt nu alvast uw mailadres achterlaten met onderstaand formulier:

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA. Het Google Privacybeleid en de Google Servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Volg ons!