Heilige van de dag: Fidelis

24 april 2024

Hij werd in 1577 geboren als Markus Roy. Aan de jezuïetenuniversiteit van Freiburg volgde hij de opleiding tot filosoof en rechtsgeleerde. Nog tijdens zijn studie werd hij persoonlijk docent van drie jonge prinsen. Met hen trok hij zes jaar lang door alle provincies van Frankrijk, een flink deel van Spanje, geheel Italië en Duitsland. In het voorbijgaan leerde hij vloeiend Frans en Italiaans spreken. Het viel zijn reisgenoten al op wat voor deugdzaam man hij bleek te zijn. Hij was bijzonder gevoelig voor kwaad. Na de vernederende aanblik van een dronken man nam hij zich voor nooit meer een druppel alcohol te drinken. Hij schijnt ook een zeer getalenteerd sporter geweest te zijn.

Na zijn studietijd vestigde hij zich te Ensigheim bij Colmar, waar hij al spoedig bekendstond als ‘de advocaat van de armen’. Maar de louche praktijken en doortrapte beroepsopvatting van zijn collega’s deden hem besluiten religieus te worden. Op 35-jarige leeftijd trad hij toe tot de orde der Kapucijnen. Op dat moment schreef hij een testament, waarin hij optekende: “Van nu af aan verlang ik alleen nog maar te leven in consequente armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid, in lijden en vervolging, in strenge boetepraktijken en uiterste nederigheid. Naakt kwam ik uit de schoot van mijn moeder; ik ontdoe mij van alles wat ik heb en vertrouw mij naakt toe aan de armen van mijn Verlosser.” Bij het afleggen van zijn geloften kreeg hij, zoals dat gebruikelijk was, een bijbelwoord als levensprogramma: “Wees trouw (‘fidelis’!) tot in de dood, en Ik zal je de kroon des levens geven.”

Hij werd eerst gardiaan te Rheinfelden en later te Feldkirch in de Oostenrijkse landstreek Vorarlberg. Vandaaruit preekte hij in de omliggende dorpen. Deze gewezen pleitbezorger was een begaafd spreker en de mensen kwamen in groten getale naar hem luisteren. Zoals hij onbevreesd zijn geloofstegenstanders tegemoet trad, zo kende hij ook geen angst als hij pest- en tyfuslijders en andere soms afzichtelijke zieken bezocht in de gasthuizen.

Door de pas opgerichte Romeinse Congregatie voor de Verbreiding van het Geloof (Propaganda Fide) werd hij naar het Zwitserse Graubünden gestuurd temidden van militante Protestanten. Bij zijn vertrek gaf hij aan zijn medebroeders te kennen: “Je zult me niet meer terugzien.” Vanaf dat moment ondertekende hij zijn brieven met de macabere toevoeging: “P. Fidelis, prope diem esca vermium” [= P. Fidelis, straks spijs voor de wormen]. Hij begon zijn werk daar in januari 1622 en bracht velen terug tot de Moederkerk. Niet lang daarna al – juist zoals hij voorvoeld had – werd hij door Calvinistische boeren om het leven gebracht voor de kerk van Seewis bij Gruch: 24 april 1622.

Verering & Cultuur
Zijn relieken rusten in de kathedraal van Chur, Zwitserland, maar zijn hoofd bevindt zich te Feldkirch in de kapucijnerkerk. Ook in Sigmaringen en Stuttgart wordt hij bijzonder vereerd.

Patronaten
Hij is patroon van de rechtsgedingen; van Hohenzollern en Vorarlberg; van het aartsbisdom Freiburg en het bisdom Feldkirch; daarnaast van juristen en van de Congregatie van de Propaganda Fide. Zijn voorspraak wordt ingeroepen bij rechtszaken en voor de verbreiding van het geloof.

Andere berichten

Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen?

Later dit jaar zullen we weer een nieuwsbrief opstarten om u op de hoogte te houden van alle activiteiten en ontwikkelingen binnen onze parochie. U kunt nu alvast uw mailadres achterlaten met onderstaand formulier:

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA. Het Google Privacybeleid en de Google Servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Volg ons!