n 1844 kwam Marie-Bernard Soubirous ter wereld in een eenvoudig molenaarsgezin in Nevers, Frankrijk. Ze kreeg geen kans om naar school te gaan vanwege haar astma.
Op 11 februari 1858, toen ze veertien was, zag Bernadette een verschijning in de grot van de berg Massabielle bij Lourdes, samen met haar zusje en een vriendinnetje. Een dame, gekleed in wit met een blauwe ceintuur en een gouden roos op haar voeten, verscheen aan haar. Deze verschijning, die achttien keer plaatsvond tot 16 juli, vroeg om gebed voor de bekering van zondaars en benadrukte berouw en boete. Ze vroeg ook om een kapel op de plaats van haar verschijning. Toen Bernadette vroeg naar haar naam, antwoordde de dame: “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis.” Op aanwijzing van de verschijning begon Bernadette te graven en vond een bron, die tot op heden overvloedig water geeft.
In 1866 trad Bernadette toe tot de Soeurs de la Charité van Nevers, waar ze onderwijs kreeg en eenvoudig werk deed. Op 22-jarige leeftijd deed ze haar geloften en nam de naam Soeur Marie-Bernard aan. Ze stierf na een periode van ziekte op 35-jarige leeftijd. Haar lichaam bleef ongeschonden en rust in de kapel van de zusters van St.-Gildard in Nevers. In 1933 werd ze heilig verklaard.
Bernadette is de patrones van herders en wordt vaak afgebeeld als een jong boerenmeisje voor de grot, samen met Maria in het wit, of als een kloosterzuster.
Sinds de verschijningen aan Bernadette is Lourdes de meest bekende en drukst bezochte Maria-bedevaartplaats ter wereld geworden. Het kleine kapelletje is uitgegroeid tot een gigantische kerk, en duizenden pelgrims bezoeken dagelijks de geneeskrachtige bron en andere heilige plaatsen. Hoewel fysieke genezing zeldzaam is, vinden pelgrims troost en kracht in hun geloof. Velen nemen Lourdeswater mee als een dierbare herinnering en ter ondersteuning van hun gebedsleven.
