Gildete Santos da Silva is in 1973 geboren in de Braziliaanse miljoenenstad Fortaleza en nu de nieuwe kosteres van de Sint Martinuskerk in Sneek. Hoe dat gekomen is vertelde ze tegen Sipke Draisma. “Ik ben door mijn man in Nederland terechtgekomen. We hebben elkaar in Brazilië ontmoet en werden verliefd. Omdat mijn man in Nederland woonde en werkte, hebben wij ervoor gekozen dat ik naar Nederland toe zou komen. Eenmaal in Nederland besloten we te trouwen. Gezien mijn rooms-katholieke geloof, wilde ik graag trouwen voor de kerk. We kwamen terecht bij Sint Martinuskerk in Sneek, waar wij hartelijk verwelkomd werden door pastoor van der Weide. Hij is op 11 november 2016 dan ook de voorganger geweest bij ons huwelijk in de Sint Martinuskerk.”
“Ik heb snel Nederlands geleerd, maar als mensen Fries spreken vind ik dat nog wel lastig. Maar wie weet. Mijn man zegt dat ik een talenknobbel heb. Naast het Nederlands, spreek ik Engels, Frans, Italiaans, Spaans, Catalaans en natuurlijk Portugees, want dat is de taal van Brazilië. Het kosterschap bevalt me erg goed. Het is erg afwisselend en ik leer nog elke dag bij. Als koster ben je nooit uitgeleerd. Het is bijvoorbeeld elke dag goed opletten: wat voor boeken leg je klaar, welke kaarsen moeten aan? Soms zeggen mensen dat het lijkt of ik het al mijn leven lang heb gedaan en daardoor voel ik mij natuurlijk welkom en raak ik gemotiveerd om mijn werk zo goed mogelijk te doen. Dit is misschien omdat ik in Brazilië al eerder pastoraal werk heb gedaan bij mijn toenmalige parochie, maar ook dankzij Walter en Belinda, omdat zij met alle liefde en geduld mij hebben begeleid
“Ik denk wel dat er verschil zit tussen hoe Nederlanders en Brazilianen het geloof beleven, al kan ik natuurlijk alleen voor de Brazilianen spreken. Bij ons beleven we het geloof heel intens, met veel emotie. Met meer gebaren ook zoals buigen en knielen. Het is allemaal wat expressiever. Ik ben hier vaak al ’s ochtends vroeg en dan heb ik de kerk even voor mij alleen. Dat is wel erg fijn, dan voel ik me dicht bij God. Dat heb ik ook als ik de ciborie met het Lichaam van Christus uit het tabernakel haal voor de mis. Dat is echt een heilig moment voor mij. Het altaar klaarmaken voor de eucharistie, brood en wijn klaarzetten. Het doet me allemaal erg veel. Ik voel me ook erg gelukkig en bevoorrecht dat ik dat mag doen.”
“Als koster ben je de gastvrouw van de kerk en word je overal op aangesproken. Dat mensen kritiek hebben vind ik niet erg, zolang het maar met respect gebeurt. Het hoort ook bij het vak dat je door mensen over allerlei zaken wordt aangesproken. Daar leer je ook weer van. Ik snap ook best dat mensen aan me moeten wennen. Eerst was er Marjan, toen Walter en nu ben ik er. Elke koster doet het ook weer op zijn of haar eigen wijze. De samenwerking met pastoor gaat prima. In Brazilië zijn we gewend tegen geestelijken op te kijken en dat zit nog steeds in me, Nederlanders doen dat minder. De pastoor is tevreden over mij, hoor ik van anderen. Dat is fijn om te horen (lachend) want hij is immers toch degene met wie je het meest te maken hebt.”