Cosmas en Damianus zijn heilige tweelingbroers die in de derde eeuw na Christus leefden. Zij werkten als artsen en worden als martelaren vereerd. De Kerk gedenkt hen op 26 september.
Leven
Cosmas en Damianus (Grieks: Κοσμος και Δαμιανος) werden geboren in Cilicië, een landstreek aan de zuidoostkust van Klein-Azië. Zij zouden later werkzaam geweest zijn als artsen in de havenstad Aegea, het tegenwoordige Ayas. Zij aanvaardden geen geld voor hun diensten en werden daarom in het Grieks Αναργυροι (anarguroi = ‘geldlozen’) genoemd. Aangenomen wordt dat deze dienstbaarheid geleid heeft tot veel bekeringen tot het christendom. Aan hen worden verschillende wonderen toegeschreven. Zo zouden zij een succesvolle beentransplantatie hebben uitgevoerd, waarbij bij iemand die zijn been verloren had, het been van een overleden Moor werd aangezet.
Vervolging
Onder de christenvervolging van keizer Diocletianus werden beiden gearresteerd. Zij werden gemarteld ten einde hen het christelijk geloof te doen afzweren. Volgens de overlevering volhardden zij evenwel in hun geloof, ondanks het feit dat zij aan een houten kruis werden gehangen, werden gestenigd en met pijlen beschoten. Uiteindelijk werden de broers onthoofd.
Verering
Cosmas en Damianus werden vrijwel onmiddellijk na hun dood als heiligen vereerd. Al in de vierde eeuw verrezen kerken in Jeruzalem, Egypte en Mesopatamië waar – volgens Theodoretus van Cyrrhus – relieken van de heiligen werden bewaard. In 527 liet paus Felix III de Tempel van Romulus bij het Forum Romanum ombouwen tot een aan Cosmas en Damianus gewijde basiliek. Deze basiliek was de titeldiaconie van de Nederlandse kardinaal Jo Willebrands.
Schedels
De schedels van de heiligen worden bewaard in de kerk van de Orde der Clarissen in Madrid. In de tiende eeuw waren deze schedels vanuit Rome naar Bremen meegenomen door aartsbisschop Adaldag van Hamburg-Bremen. Uiteindelijk kwamen ze in Bamberg terecht. Daar werden ze in 1581 geconfisceerd door keizerin Maria, de dochter van keizer Karel V die de schedels schonk aan het Madrileense clarissenconvent. Andere relikwieën die in Bremen werden bewaard, werden later geschonken aan de Beierse koning Maximiliaan I en worden tegenwoordig bewaard in de kerk van Sint-Michiel, in München. Sinds 1413 wordt het bezit van de beide schedels overigens ook geclaimd door de Stephansdom in Wenen. In de kerk van San Giorgio Maggiore in Venetië worden andere relikwieën van de heiligen bewaard.
Patroonheiligen
Cosmas en Damianus worden genoemd in het eerste eucharistische gebed van de Romeinse Ritus, ook wel de Romeinse Canon genoemd. Zij zijn de patroonheiligen van de artsen, verplegers en apothekers en zieken. Daarnaast ook van de kappers en suikerbakkers. Zij worden speciaal aangeroepen bij zeeziekte, ontstekingen en pest. Zij waren ook de patroonheiligen van de invloedrijke familie de’ Medici.
Iconografie
Cosmas en Damianus worden afgebeeld met medische instrumenten.
Feest
Het liturgisch feest van de heiligen valt op 26 september. Tot 1969 was dit 27 september, maar aangezien dat ook de feestdag is van Vincentius a Paulo, werd het feest van de Cosmas en Damianus een dag vervroegd.
Stormvloeden
In Nederland vielen twee stormvloeden op de feestdag van Cosmas en Damianus. Zij worden beide Cosmas-en-Damianusvloed genoemd. Tijdens die in 1477 kwamen delen van Zeeland en Vlaanderen onder water te staan. De Cosmas-en-Damianusvloed van 1509 werd vooral Zeeland getroffen.