Heilige van de dag: Martelaren van Parijs

2 september 2024

De Franse Revolutie is een feit met de inname van de Bastille op 14 juli 1789. Al snel blijkt hoe anti-kerks deze beweging is en hoezeer ze gebeten is op geestelijken, kloosterlingen en zelfs gewone katholieke gelovigen. Op 2 november van hetzelfde jaar verklaart de wetgevende vergadering alle kerkelijke goederen tot staatseigendom. Van het ene moment op het andere zijn kerken en kloosters hun bezittingen en inkomsten kwijt: bezit van de staat! Zo was in Parijs juist de nieuwbouw klaar van de Sint-Genevièvekerk op de linkeroever. Ze verviel onmiddellijk aan de staat, en werd ingericht als de begraafplaats voor de helden uit de Franse geschiedenis. Wij kennen haar tot op de dag van vandaag als het Panthéon. Op 13 februari 1790 worden de religieuze geloften verboden.

Wie zijn hoop op de koning had gevestigd, komt bedrogen uit. Hij wordt met zijn gezin gevangen gezet op 9 augustus 1792. De dag daarna al wordt de monarchie officieel opgeheven; de macht komt bij een Commune, een nationale raad.

Daarmee begint een tijdperk van schrikbewind. In de tweede helft van de maand augustus worden de strafmaatregelen tegen de geestelijken die de eed weigeren almaar verscherpt. Op de 26e wordt vastgesteld dat eedweigeraars naar Zuid-Amerika moeten worden verbannen.

Voor degenen die ooit hun geestelijke loopbaan begonnen waren als jezuïet is dit alles ‘slechts’ een vervolg op alles wat ze al vóór de Revolutie hadden meegemaakt. Reeds in 1762 wordt in Frankrijk de jezuïetenorde officieel opgeheven. Andere Europese naties doen hetzelfde. Onder grote diplomatieke druk bevestigt Paus Clemens XIV in 1773 de opheffing van de jezuïetenorde voor heel de Kerk. Vanaf dat moment bestaan er formeel geen jezuïeten meer. In verreweg de meeste gevallen melden zij zich bij een bisschop om hun priesterlijk werk te kunnen voortzetten. Daarnaast proberen zij zo goed en zo kwaad als het gaat onderling contact te onderhouden.

Intussen dendert de Revolutie door: er komt een andere tijdsindeling; er komt een officiële staatsgodsdienst ter ere van de Godin van de Rede; de kerken worden tempels van de godin Rede; op het altaar worden de katholieke beelden en symbolen verwijderd en vervangen door een beeld van Vrouwe Rede. Het is verboden er nog een andere godsdienst op na te houden. Huiszoekingen worden gedaan om erop toe te zien dat de onderdanen zich ook in hun privé-leven hieraan houden.

Vanaf 10 augustus, de dag na de arrestatie van de koning, stropen revolutionaire elementen Parijs volkomen af om waar ze maar kunnen eedweigeraars te pakken te krijgen. In de afgelopen tijd waren veel geestelijken uit geheel Frankrijk naar Parijs gekomen, omdat ze meenden daar gemakkelijker te kunnen onderduiken. In de wijk rondom Luxembourg en trouwens in alle wijken op de linkeroever wemelde het van de ondergedoken priesters. Omdat de gevangenissen al overvol zitten met politieke gevangenen, worden voormalige kloosters en seminaries nu als gevangenissen ingericht voor de gearresteerde geestelijken: het bekendst zijn het voormalige Karmelklooster in de Rue de Rennes, klooster St-Firmin in het Quartier Latin en de voormalige benedictijner abdij van de St-Germain des-Prés. Uiteindelijk krijgt een heethoofd, commissaris Maillard, toestemming met een nog snellere oplossing van het priestervraagstuk te komen, als er maar geen doodskreten worden gehoord of akelige bloedsporen achterblijven… Zondagmiddag 2 september 1792 trekt hij om te beginnen naar het voormalige Karmelietenklooster. Men begint bij degenen die hun middagoefeningetjes doen in de tuin. Alle gevangenen worden één voor één opgeroepen. Wie de eed weigert wordt ter dood veroordeeld, naar een hoekje van de tuin gebracht en ter plekke met een knuppel of sabel afgemaakt. In de tuin alleen al vallen er die middag 21… Ze besluiten meteen door te gaan naar de meer dan honderd geestelijken die bij elkaar opgesloten zitten in de voormalige kapel. Het is intussen half vier in de middag. Maillard geeft er de voorkeur aan om aan zijn moordpartij het aanzien van een rechtzetting te geven. Waar de geestelijken in de kloosterkapel zitten opgesloten, laat hij even buiten die kapel een tafel neerzetten, waar de priesters telkens twee aan twee voorgeroepen worden. Ieder wordt gevraagd of hij de eed wil afleggen. Wie weigert wordt tegen het stoepje van de kapel gesmeten en bewerkt met sabels, bajonetten, knuppels, geweren en ander wapentuig. Vervolgens worden de lijken weggesleept en kunnen de volgende slachtoffers opgeroepen worden, en begint het hele spel van voren af aan…

Andere berichten

Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen?

Later dit jaar zullen we weer een nieuwsbrief opstarten om u op de hoogte te houden van alle activiteiten en ontwikkelingen binnen onze parochie. U kunt nu alvast uw mailadres achterlaten met onderstaand formulier:

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA. Het Google Privacybeleid en de Google Servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Volg ons!