Hij werd op 17 oktober 1253 geboren op het landgoed Kermartin in het plaatsje Minihy dichtbij Tréguier in Bretagne. Hij was van gegoede afkomst. Vanaf 1267 studeerde hij gedurende tien jaren te Parijs rechten, filosofie en theologie. Daarna specialiseerde hij zich verder in de Rechten te Orléans. Van 1280 tot 1284 was hij kerkelijk rechter te Rennes. Hij leidde een gestreng leven: een collega zag toevallig waar hij sliep: er lagen schots en scheef wat blokken hout op de grond, hier en daar wat opgevuld met stro; één of andere goedkope lap deed dienst als deken. Intussen probeerde Ivo zijn kennis en kunde vooral ten goede te laten komen aan de armen en ongeletterden.
Hij ontving in Rennes ook de priesterwijding. Toen de bisschop uit zijn geboortestad Tréguier een beroep op hem deed, kwam hij met de kerkelijke overheden van Rennes tot de slotsom dat hij daaraan gehoor moest geven. Uit erkentelijkheid voor al zijn verdiensten kreeg hij van zijn kerkelijke werkgever te Rennes een paard cadeau; daarmee zou de reis naar huis een stuk sneller en gemakkelijker gaan. Maar voor hij vertrok had hij het alweer verkocht en de opbrengst onder de armen verdeeld.
Van 1292 tot 1298 was hij plattelandspastoor te Louannec. Hij preekte eenvoudig en recht tot het hart van de mensen; bovendien sprak hij gewoon Bretons, de taal van de streek. Intussen bleef hij zijn ambt van advocaat uitoefenen. Men noemde hem al gauw ‘de advocaat van de armen’. Hij was bijzonder scherpzinnig, wanneer hij het onrecht van rijken jegens armen moest ontmaskeren.
Vanaf 1298 trok hij zich terug op het ouderlijk landgoed dat hij had geërfd. Hij richtte er gasthuizen in voor zieken, bejaarden, wezen en zwerfkinderen. Hij sliep zelf op een houten brits met een stromatras. De bijbel diende hem als hoofdkussen. Daarnaast had hij er een kapel en een spreekkamer. Daar aanhoorde hij alle klachten over het onrecht dat de rijken de armen aandeden.
Van overal kwamen armen, analfabeten en rechtelozen zijn hulp inroepen. Vaak ging hij zelf naar het kasteel van een rijke heer om een koe of schaap terug te vorderen, dat door de heer in beslag genomen was, zogenaamd omdat een boer zijn belasting niet had betaald.
Thuis deelde hij elke avond zijn tafel met een hele drom zwervers en bedelaars. Hij was degene die hen bediende en verzorgde. Er wordt verhaald dat op een avond een bijzonder onappetijtelijke verschijning aan zijn poort kwam aankloppen. De man zat onder de zweren en hij stonk afschuwelijk. Ivo liet hem aan zijn rechterhand plaatsnemen. Hij at met hem samen uit dezelfde schotel. De anderen waren nog lang niet uitgegeten, toen de vreemde zwerver alweer opstond om te vertrekken. Bij de deur stak hij zijn hand op en groette allen: “De Heer zij met u.” Onmiddellijk nadat hij door de deur was verdwenen, keerde hij terug, maar nu zo stralend en schitterend en zo’n weldadige geur verspreidend, dat het voor ieder duidelijk was: dit is de Heer zelf. Nog lang daarna hoorde men Ivo verzuchten: “Ik kan het maar nauwelijks geloven dat de Heer aan ons een bezoek heeft gebracht. Ik had Hem ook bijna niet herkend.”
Verering & Cultuur
Bij zijn leven al werd hij beschouwd als een groot heilige. Er was geen advocaat die in hoger aanzien stond dan hij. Geen wonder, want als we de straatliedjes uit die dagen mogen geloven, was er haast geen eerlijke advocaat te vinden:
Sanctus Yvo erat Brito
Advocatus et non latro
Res miranda populo
[Sint Yvo was een Bretonner
Advocaat van arme donders
Dus geen dief! Nou, da’s een wonder]
Hij werd heilig verklaard in 1347.
Patronaten
Hij is patroon van Bretagne; van de steden Rennes en Tréguier alsmede van de universiteit van Nantes. Daarnaast is hij beschermheilige van de rechtspraak. Zijn voorspraak wordt ingeroepen voor een goed en eerlijk verloop van een proces. Daarnaast is hij beschermheilige van de juristen (rechtsgeleerden), procureurs, rechters, vrederechters en gerechtsdienaren, advocaten, notarissen en deurwaarders en van alle ministeriële ambten; van pastoors en priesters; van de armen en wezen; bovendien van draaiers en houtbewerkers. De kerk te Tréguier waar hij begraven ligt, is nog altijd een drukbezocht bedevaartsoord.
Afgebeeld
Hij wordt afgebeeld als advocaat (toga en baret), met een boek bij zich en een schrijfveer. Vooral in Bretagne ziet men hem vaak tussen een arme en een rijke, waarbij hij zich meestal uitdrukkelijk tot de arme wendt.