Te oordelen naar de spreuken die van hem bewaard zijn gebleven had hij opmerkelijke opvattingen.
In het boek van De Spreuken der vaderen lezen wij hoe hij over zichzelf zegt:
“Als ik niet eerst alles had afgebroken, had ik mezelf nooit kunnen opbouwen.”
En ook:
“Als een mens maar verlangt, van de vroege ochtend tot de late avond, geraakt hij tot de maat van God.”
Abt Agathon vroeg eens aan abt Alonius:
“In welke mate moet ik verlangen mijn tong te beheersen om geen leugens te spreken?”
Alonius zei tot hem:
“Zonder leugens zult u vele zonden bedrijven.”
Waarop Agathon vroeg:
“Hoe bedoelt u dat dan?”
Toen sprak de grijsaard tot hem:
“Stel, twee mannen hebben in uw tegenwoordigheid een moord gepleegd en één ervan heeft bij u in uw kluis zijn toevlucht gezocht. En zie, de rechter komt hem zoeken en stelt u de vraag: ‘Is er in uw tegenwoordigheid een moord gepleegd?’ Als u niet liegt, levert u de man over aan de doodstraf. Laat hem liever vrij voor het oog van God, zonder boeien! Die weet immers alles!”
